Op de koffie bij Bestuur XI

Diep in een hokje in een duistere hoek van UNS40 leven ze: het bestuur. Vier dagen per week verkopen ze je materialen, schrijven ze je in voor activiteiten en beantwoorden ze je vragen. Maar niemand die ze ooit vraagt: “Wie zijn jullie eigenlijk?” Gelukkig hoeven jullie die toch gênante vraag dit jaar niet meer te stellen. Want ik ben met in de ene hand mijn dictafoon en in de andere een gezonde hoeveelheid vragen op pad gegaan om die vraag te beantwoorden. Een Facebook post met van te voren bedachte antwoorden, zal geen realistisch beeld geven. Nee, alleen met een dictafoon in hun neus gedrukt kunnen we er zeker van zijn dat we de vraag beantwoorden: Wie zijn de leden van het XIe bestuur?

 

Om er achter te komen wie iedereen is, is de meest logische eerste vraag, zoals we het bij CORE hebben geleerd, natuurlijk: “Kan je wat meer over jezelf vertellen?”

Vera Kleinveld: Ik ben Vera, 21 jaar. Ik spendeer mijn tussenjaar door hier in het Pulsehok te zitten, maar op donderdagavond ben ik op de kunstacademie om daar een vooropleiding te doen. Ik heb een tussenjaar genomen omdat je dan echt te tijd kan nemen om na te denken over wat je nou precies leuk vind om te doen. Je rolt van je bachelor zo je master in en voor je het weet ben je ergens aan het werk en dan denk je: “Oh, had ik dit maar gedaan”.

Maud Vesseur: Ik ben Maud en ik kom uit Zeeland, waar ik nog steeds voetbal en werk. Ik kom steeds met de auto op en neer, omdat het niet te doen is met het OV: dat is namelijk denk ik vijf en een half uur. Ik zit bij dames dispuut Medusa en ik heb een vriend die in Den Bosch studeert.

Isabel Koop: Ik ben 22 jaar, derdejaars. Dit jaar ben ik de penningmeester van Pulse. Ik zit in het dispuutsleven bij onafhankelijk dames dispuut Diablo. Ik kom uit de buurt van Nijmegen. Ik heb op mijn 17e een tussenjaar gehad, ik heb toen tien maanden in Costa Rica gewoond als uitwisselingsstudent. Daarna heb ik pas VWO afgemaakt en toen nog een tussenjaar gehad. Ik heb toen veel gerezen, door Azië, midden Amerika en Europa.

Jonathan Malcorps: Ik ben een altijd gelukkige Belg. Ik kom uit Sint-Truiden, waar ik heel actief was bij de scouting. Ik ben eigenlijk naar Maastricht gekomen omdat ik hier al was toegelaten, maar in België de toets nog moest maken. Toen dacht ik: “Yo, laat alles maar zitten, ik ga gewoon vakantie pakken.”

Alieske Kleeven: Ik ben Alieske, 19, kom uit Tilburg. Ik houd van sporten, stappen, tekenen. Ik ben al vijf jaar aan het boxen en heb dit jaar moeten stoppen met zwemmen omdat ik geen tijd meer had vanwege. In mijn vrije tijd binge-watch ik veel crimeseries.

Annabel Bruning: Ik ben Annabel, 18 jaar, altijd de jongste van het stel. Ik ben een bezig bijtje. Ik heb veel gehockeyd, maar ben nu gestopt om meer tijd in het bestuur te steken.

Naèla Abdalla: Ik ben 20 –ik wilde bijna 19 zeggen– en ik kom uit Doetinchem, daar had ik altijd Economie en Maatschappij gehad, dus moest ik nog een jaartje VAVO’en om geneeskunde te gaan doen. Ik zat daar op stijldansen en kickboksen. Hier ben ik even gaan zwemmen, maar de tijden kwamen helaas niet goed uit. Ik ben nu bezig met keyboard leren, maar ik vind het nog echt lastig.

 

Na deze gezellige introductie, was het tijd om wat dieper te gaan dan alleen een algemeen beeld. Ik vroeg iedereen naar hun inspiraties en hun angsten.

Vera: Ik zie in heel veel mensen altijd wel wat dat mij inspireert. Bijvoorbeeld een bepaald karakter of op de manier hoe mensen carrière maken, of bepaalde sporters. Het zijn eigenlijk de kleine dingetjes in mensen die mij inspireren. Mijn angst van mij is dat ik dadelijk geen opleidingsplaats kan krijgen, omdat andere mensen een beter CV hebben. Dat ik dadelijk niet kan gaan doen wat ik heel graag wil, omdat ik nu nog geen idee heb en andere mensen daardoor meer ervaring op het gebied hebben opgedaan.

Maud: Ik raak altijd geïnspireerd door een goede kop koffie; ik krijg er gewoon goede ideeën van. Net in de lift in UNS5 was ik best bang dat ie naar beneden ging vallen. Het is wel een angst van mij wanneer liften schokken en niet meteen open gaan.

Isabel: Mijn grootste inspiratie is een beetje een combinatie van de persona van Nelson Mandela en Ghandi. Ghandi staat voor echt bij jezelf blijven en dat je daar voor blijft vechten, maar altijd binnen de grenzen van wie je bent. Ik denk dat mijn grootste angst iemand verliezen aan een slopende ziekte is. Omdat je dan iemand waar je werkelijk zo veel van houd langzaam ziet afbrokkelen. Dat zou ik vreselijk vinden.

Jonathan: Een groot idool van mij is John Cleese, de acteur bekend van onder andere Monty Python. Hij is een heel wijs persoon, maar relativeert alles heel goed en is gewoon heel grappig. Ja, hij is echt een inspiratie voor mij. Ik was vroeger altijd heel bang voor glazen vloeren. Een meer serieuze angst van mij is wat er allemaal achter mijn rug over me wordt gezegd.

Alieske: Mijn grootste inspiratie is mijn moeder. Ze is gewoon zo’n goed mens; ze is creatief, ze doet veel en is aardig voor iedereen. Ik vind bloedprikken heel naar. Bij mezelf laten prikken, maar ook bij andere prikken. Maar daar kom ik wel over heen hoor! Is trouwens wel nodig natuurlijk.

Annabel: Een quote van Nelson Mandela die altijd bij mij is blijven hangen is: “I’m just another person trying to figure out the mysteries of life”. Ik vond die wel bij mij passen omdat ik graag diep nadenk over dingen. Die quote heeft mij echt geïnspireerd. Mijn grootste angst? Spinnen.

Naèla: Ik vind het echt inspirerend als mensen positief kunnen zijn ondanks hun problemen. Maar ook als er geen problemen zijn, vind ik het heel mooi als mensen gewoon een positieve instelling kunnen hebben in het leven. Zo is mijn moeder ook altijd. De gedachte dat als je dood bent dat je helemaal niets meer mee krijgt van wat er hier gebeurt vind ik heel eng. Het is misschien niet echt een angst, maar ik kan het gewoon niet bevatten en ik blijf er bezig mee.

 

Nadat iedereen hun angsten had genoemd, voelde ik dat het tijd was om een positievere toon aan te slaan. Vandaar dat ik vervolgde met de vraag waar ze nou écht blij van worden.

Vera: Een goede kop koffie. En een lange duurloop (of ja, het gevoel achteraf).

Maud: Eten word ik meestal wel blij van. Of wanneer je wakker word, maar je nog even in bed kan blijven liggen vind ik heel chill!

Isabel: Koffie met slagroom. Of mijn hond!

Jonathan: Als je een keer zo’n dag hebt, waar je een keer rust hebt en alles op pauze staat. Dat je gewoon kan chillen en lekker iets kan eten op de bank met een paar vrienden. Wanneer gewoon alles heel zen en heel kalm is, daar kan ik echt van genieten.

Alieske: Karamelijs.

Annabel: Een fijne knuffel. Ik word ook blij als andere mensen blij zijn. Als ik waardering krijg voor iets wat ik doe of ik waardering geef en die persoon daar ook blij van wordt.

Naèla: Romantiek. Van die trouwvideo’s, wanneer soldaten terug komen naar hun familie, aanzoeken, romantische films, een oud stel die schattig zijn samen, daar kan ik allemaal echt blij van worden.

 

Inmiddels kennen we het bestuur al redelijk. Maar waarom zijn ze eigenlijk bestuur gaan doen? Ik vroeg het ze, met als extraatje hun grootste uitdaging en leerpunt voor dit jaar.

Vera, voorzitter: Ik vind het leuk om het overzicht te houden en om te weten waar wat iedereen allemaal aan het uitvoeren is en als voorzitter kun je je lekker ongemoeid overal mee bemoeien. Je bent eigenlijk met van alles verschillend tegelijk bezig. Ik kan echt niet stil zitten, dus dat komt goed uit. Mij lijkt het heel lastig om ons werk weer te moeten overdragen aan een nieuw bestuur en te zien dat zij alles weer anders willen doen dan wij dat hebben gedaan. Ik zou graag willen leren schipperen. Ik ben geneigd om iedereen blij te houden, maar ik denk dat ik standvastiger moet worden en soms mensen moet teleurstellen.

Maud, secretaris: Secretaris heeft veel taken die je goed kan inplannen. Met een functie zoals Intern ben je afhankelijk van andere mensen voor je afspraken, ik niet. Dus dat is handig in combinatie met mijn drukke leven. Secretaris is ook een beetje overzicht houden en dat vind ik heel leuk. Mijn uitdaging is om mijn studie te halen, het derde jaar is toch wat moeilijker dan jaar twee, dat merk ik nu al. Er zijn super veel kleine dingen die je leert tijdens het bestuursjaar, dus die eigenlijk allemaal. Specifieker misschien om meer een praatje te kunnen maken met vreemde mensen.

Isabel, penningmeester: Ik vind het sowieso heel leuk om met veel mensen in contact te zijn, daarom ben ik ook überhaupt voor bestuur gegaan. Ik vind het fijne van penningmeester dat het een heel afgebakend gebied is. Ik weet precies waar ik over ga en waar over niet. Bij andere functies is dat misschien wat vager. Mijn uitdaging is om te tijd te nemen om door te gaan met sporten. Ik wil leren om dingen uit mijn hoofd te zetten waar ik op dat moment niets aan kan veranderen, zodat ik daar niet heel de tijd mee bezig blijf.

Jonathan, commissaris intern: Ik houd er van om veel contact te hebben. Intern betekent heel veel praten met mensen van de vereniging. Ook was ik voorzitter van de eerstejaarscommissie, wat ik eigenlijk graag wilde doorzetten. Als Intern heb je dat commissiegevoel nog steeds vind ik. Mijn grootste uitdaging is om niet gedemotiveerd te worden. Wat ik wil leren is om meer structuur in mijn leven te brengen.

Alieske, commissaris intern: Ik ben graag sociaal met iedereen. Je hebt als Commissaris Intern denk ik wel het meeste informele contact met je leden. Ik vind het ook heel leuk dat het met z’n tweeën is, zodat je een beetje samen kan werken. Mijn grootste uitdaging is om te zorgen dat het Actieve Leden Weekend dit jaar wél door kan gaan. Ik wil leren om te kunnen accepteren als iets niet gaat zoals gepland.

Annabel, commissaris extern: Ik wilde graag Extern gaan doen omdat het iets is wat je niet leert op de studie zelf. Ik vind praten, mensen overhalen en dingen slim weten te brengen om beide partijen tevreden te houden super leuk. Ik was ook altijd goed in debatteren en dat soort dingen. Mijn uitdagingen zijn om mijn sponsortarget te halen, mijn stresslevels laag houden en me niet te veel aantrekken van ontevredenheid. Ik wil leren om goed te communiceren met mensen die hoge functies hebben en om samen te werken in een team en iedereen blij en tevreden te houden.

Naèla, commissaris onderwijs: Onderwijs vind ik gewoon leuk. Het is mooi om de mogelijkheid te hebben om iets aan het onderwijs te veranderen. Commissaris Onderwijs is wel een beetje vaag. Je taak is om het onderwijs te verbeteren, maar wat dat precies inhoud? Het is daardoor lastig te bepalen wat ik ga bereiken komend jaar. Mijn grootste uitdaging is om mijn mening goed kenbaar te maken. Ik zou willen leren om dingen af te maken waar ik aan begin. Ik wil ook de doelen die ik van te voren op stel gaan bereiken dit jaar.

 

En zo waren we al aan het eind van ons interview aangekomen. Maar iedereen die ooit heeft gesolliciteerd bij een commissie van Pulse, zal weten dat een Pulse interview niet kan eindigen zonder een creatieve vraag. Vandaar dat ik ze confronteerde met de volgende vragen:

Wat als je een __  zou zijn, wat zou je zijn en waarom?

Vera, fruit: Ik zou een kiwi zijn, omdat het er heel anders uit ziet van binnen, dan van buiten. Bij mij kan je ook niet altijd weten wat je kan verwachten. Het ziet er misschien wat stekelig uit –dat is gewoon mijn gezicht, kan ik niets aan doen– maar het is wel heel zacht.

Maud, kledingstuk: Een BH, omdat ik ondersteunend ben.

Isabel, superheld: Ik zou willen kunnen vliegen. Dat lijkt me super vet. Dan kan je in drie verschillende “werelden” leven: Te land, ter zee en in de lucht.

Jonathan, dier: Op mijn scouting krijgt iedereen een dier toegewezen die met zijn persoon te maken heeft en daar ben ik een Collie. Vooral omdat het hele trouwe beesten zijn die altijd blij zijn.

Alieske, object in de tuin: Ik zou een hark zijn. Omdat ik dan alle blaadjes op de grond, alle mensen van de vereniging, lekker bij elkaar kan houden. Gewoon zorgen voor een goede verbinding tussen elkaar en dat niemand zich verloren voelt, want ik hark gewoon iedereen bij elkaar!

Annabel, object in de badkamer: Ik ben het lampje, omdat ik een ochtendmens ben. Weet je wel? Dan kom je in de badkamer, doe je het lampje aan en dan ben je meteen wakker; dat ben ik. Ik ben altijd springlevend in de ochtend en studeer dan ook veel.

Naèla, kleur: Ik denk dat ik wit zou zijn. Omdat dat alle kleuren bij elkaar is en ik niet kan kiezen. Je kan er ook iets ook filosofisch van maken dat ik verschillende kanten heb net zoals de kleur wit.

 

Dit vind je waarschijnlijk ook leuk:

https://www.msvpulse.nl/ervaringen-uit-oeganda/