25 mei: Het vak van…

Stijn Elbers is sinds 2019 AIOS sportgeneeskunde in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) in Nijmegen. Wil je meer weten over de loopbaan van een sportarts? Lees dan vooral verder!

“Ik ben tijdens mijn coschappen toevallig geplaatst bij de sportgeneeskunde in het CWZ. Vanaf de eerste kennismaking met dit vak was ik verkocht. Ik werd door dit specialisme gegrepen door het ketendenken. De gedachte dat je breder kijkt dan de klacht waarvoor de patiënt komt. Dus als een patiënt voor knieklachten komt, kijk je ook naar de enkel en de rug omdat die invloed hebben op de knie. Verder is het is een lekker pragmatisch vak. Samen met het ketendenken en de nadruk op goede leefstijl was het direct een schot in de roos.

In dit vak kreeg ik ook de mogelijkheid om mijn passie in sport en mijn passie als arts te combineren. Als sportarts hoor je natuurlijk enige affiniteit met sport te hebben dus in mijn vrije tijd ben ik te graag vinden op tennisbaan, wielrenfiets of ergens met mijn hardloopschoenen aan.

Na mijn opleiding heb ik nog een jaartje als ANIOS gewerkt op de SEH maar wilde ik zo snel mogelijk deze droom nastreven en met succes. Ik kwam na een jaar direct in opleiding. De opleiding tot sportarts is een vierjarige opleiding. Er zijn 10 opleidingscentra verspreid over Nederland en jaarlijks 7 opleidingsplaatsen. Doordat je jaarlijks maar met 7 AIOS bent wordt het gezamenlijke onderwijs of op (sport)locatie of in Bilthoven georganiseerd waar ook de Vereniging Sportgeneeskunde is gevestigd. Tijdens de opleiding tot sportarts word je breed opgeleid met stages bij de cardiologie, longgeneeskunde, orthopedie en huisartsgeneeskunde. Je start de opleiding bij de sportgeneeskunde zelf voor 3 maanden en daarna loop je een jaar cardio-long stage, wat gevolgd wordt door 9 maanden orthopedie. In je laatste twee jaar zit je weer bij de sportgeneeskunde zelf en volg je nog een deelstage bij de huisartsgeneeskunde. De huisartsengeneeskunde is opgenomen in het curriculum zodat je kan meegaan met sportteams. Ik ga bijvoorbeeld mee met de KNVB van meisjes onder 16. Op zulke evenementen ben je vaak de enige arts, waardoor algemene huisartsenproblematiek veel voorkomt, waardoor het belangrijk is hierin bekwaam te zijn.

Alles in de opleiding is erop gericht dat je aan de ene kant goed bent in het onderzoeken en behandelen van het bewegingsapparaat en anderzijds goed bent in de inspanningsfysiologie. Dit met uiteindelijk als doel om die ook te kunnen combineren zoals bij de hartfalenrevalidatie of de post-COVID zorg. Dus wat kan een patiënt uiteindelijk fysiek aan en waar liggen de beperkingen waaraan gewerkt moet worden. Daarnaast houden wij ons uitvoerig bezig met gezonde leefstijl en proberen dit ook uit te dragen.

Ook hebben we een leuke patiëntencategorie waarbij we enerzijds topsporters kunnen begeleiden en anderzijds bezig zijn met zorg voor chronisch zieken en alles wat ertussenin ligt. Juist deze diversiteit in patiëntenpopulatie maakt het vak uitdagend. Niet alleen omdat ze beide andere problematiek hebben, maar ook andere dingen eruit willen halen. Zo willen topsporters direct duidelijkheid en willen eigenlijk gister alweer aan de slag met trainen, terwijl de chronisch zieken specifieke doelen hebben om weer een stukje zelfstandigheid terug te krijgen.

Ik ben wat dat betreft nog niet zo lang bezig maar ik vind het heel leuk om bij de KNVB een jeugdteam te begeleiden. Een jaar samen optrekken met een sportteam en staf en dan voor de volle winst gaan.

Wil je meer weten over dit specialisme? Bekijk dan de site:

https://www.sportgeneeskunde.com