Het gevaar van vooroordelen in de medische wereld.

Wie het nog nooit is gebeurd mag van geluk spreken, maar de meeste beginnende drinkers gaan ooit te ver. Het lijkt allemaal leuk en zeer gezellig, tot je midden in de nacht je maaginhoud er weer uit gooit en je in de ochtend wakker wordt met een kater. Geen zorgen, ik heb dit artikel niet geschreven om jullie alcohol af te laten zweren, maar dit is wel hoe alles begon.

In augustus 2018 op de camping in Drenthe was ik zelf die beginnende drinker (ik was destijds 18 en had mij altijd netjes aan de wet nix gehouden). Lang verhaal kort, het was heel gezellig, wodka was ruim genomen, ik heb er de foto’s nog van, maar een paar uur later ging het mis. Ondanks dat binnen 5 minuten mijn maag wel leeg was, ben ik van 02:00 tot 09:00 actief agressief bezig geweest met proberen dat gif uit mijn lichaam te werken.

De daaropvolgende dag ben ik kwijt uit mijn geheugen. Ik schijn vooral geslapen te hebben, maar ook wel af en toe heen en weer gelopen te hebben. De dag daarna kon ik niks meer door de hoofd- en nekpijn. Mijn fijne vrienden kwamen grapjes maken over dat “de wodka in de aanbieding was,” of ik dat wel wist. Ik kreeg geen hap door mijn keel zonder het direct weer eruit te gooien en als ik wilde rondlopen moest ik met mijn handen mijn nek ondersteunen. Toen ik in de avond nog steeds niks beter was besloten we toch maar de HAP te bellen. Maar tja… Ik was 18, nog bij bewustzijn (en helemaal helder), geen uitvalsverschijnselen in motoriek of spraak/taal, had minder dan 48 uur geleden flink gedronken… 1+1 = 2, zal vast nog wel een kater zijn. Ik mocht wel komen, maar het advies was om toch nog even een nachtje slaap te pakken.

Op ochtend 3 was het nog steeds een ramp. Om 07:00 stonden we bij de huisarts bij het vrije inloopuur. Mijn CRP was lichtelijk verhoogd, maar niet dusdanig dat er echt blijk was van ontsteking. Maar goed, hoe graag ik ook wilde, mijn kin kwam niet eens in de buurt van mijn borst, ik had nog nooit zo’n hoofdpijn gehad en in de wachtkamer kon ik niet anders dan dwars over de stoelen liggen met mijn hoofd in de schoot van mijn vader voor ondersteuning en huilen. Heel veel huilen. We zijn uiteindelijk naar het ziekenhuis gestuurd met een “Ook al zijn er geen indicaties behalve de hoofdpijn en een stijve nek, wil ik toch dat je naar het ziekenhuis gaat, om een hersenvliesontsteking uit te sluiten.”

Enfin, wij naar de dichtstbijzijnde stad naar de SEH. Daar werden al snel de standaard onderzoeken gedaan + een lumbaalpunctie. Ik heb zelf de arts niet gezien, maar mijn ouders konden het direct van zijn gezicht aflezen, dit was niet goed. Hij liep even weg en kwam terug met het nieuws “de vloeistof was een diepe rosé, dit is geen ontsteking, maar een subarachnoïdale hersenbloeding.” Ik had een aneurysma aan de rechterkant van de a. communicans anterior heb ik later geleerd. Terwijl de arts ging regelen dat ik weer naar een ander ziekenhuis gebracht zou worden (in Drenthe kan je niet voor elk probleem in elk ziekenhuis terecht) stonden mijn hersenen nog vol aan. Ik heb mijn ouders verschillende opdrachten gegeven rondom mensen inlichten, waaronder mijn broer, waarbij ik wilde dat hij mijn oppasadresje even zou afmelden, en daarna op een rustige veilige manier naar ons toe kwam rijden, want ik wilde niet dat hem onderweg iets zou gebeuren, ik zou nog wel leven als hij zou komen. Toegegeven, die helderheid (die aangaf dat het allemaal niet zo erg was), was hierna wel weg.

In de 24 uren daarna ben ik platgespoten met morfine, heb ik een angiografie meegemaakt, heb ik 2 paniekaanvallen gehad, is mijn vader in de familiekamer blijven slapen en ben ik via de spoedlijst direct de volgende ochtend op de operatietafel terecht gekomen. Nog een paar paniekaanvallen en dagen van continu slapen later begon ik weer redelijk bij te trekken en begon het langzaam gezellig te worden in het ziekenhuis. Ik kon lachen om verpleegkundigen die mij voor het eerst zagen, grote ogen opzetten en nogmaals mijn geboortedatum checkten. Stuk voor stuk kwamen ze tot de conclusie “ja, deze meid van 18 heeft echt een SAB gehad, het staat hier.” Nu, 2,5 jaar later, ben ik vooral dankbaar dat zij niet die huisarts zijn geweest, want wie weet was ik dan niet doorgestuurd geraakt. De huisarts heeft later nog naar mijn ouders gebeld. “Ik hoorde van het ziekenhuis wat er allemaal uit is gekomen deze dagen en jemig wat ben ik geschrokken. Een bloeding was wel door mijn hoofd geschoten, maar ik dacht, dat kan toch niet.” Wel had ze het heel klein op de verwijsbrief erbij geschreven, met een vraagteken erachter.

In 1.4 wordt de studenten aangeleerd dat een SAB de gevaarlijkste hersenbloeding is (het kan de afvoerwegen van de ventrikels blokkeren). Bij het EKV van de AKO heb ik als proefpersoon mogen spelen dat ik een bloeding had en daar moesten zij achter komen. Stuk voor stuk heb ik ze horen zeggen “Ja het zou een bloeding kunnen zijn, maar ze is niet buiten bewustzijn en ze is ook nog wel heel jong.” Ik schrik daarvan, want als zij mijn huisarts waren geweest, had ik misschien anders geëindigd. Ik heb uiteindelijk meer dan 80 uur met een bloeding rondgelopen waarbij het mijn geluk is geweest dat het een “lekkage” was en niet een “knappende ballon”.

Mijn leven is gered door de vrouw die de protocollen links liet liggen omdat het niet 100% uitgesloten kon worden. Alles uit de anamnese wees erop dat de kans vrijwel nihil was dat het om een bloeding ging, maar deze arts heeft die vooroordelen aan de kant gezet en besloten mij door een volledig onderzoek te gooien.

Door de hele geneeskunde heen krijg je veel verschillende vormen en uitgaven van dit verhaal. Vooroordelen en stereotypen zijn er overigens niet alleen in negatieve zin. Volgens Pscribe in 2.1 moet je een calciumkanaal-blokker voorschrijven aan iemand van Afrikaans/Caribische afkomst, omdat het RAAS minder actief is. Volgens de casussen in datzelfde blok hebben vrouwen vaker over een grotere lengte milde vaatvernauwing en mannen vaak op korte lengte ernstige vernauwing. Maar als bij een man geen duidelijke vernauwing wordt gezien, betekent dit dan direct dat er geen atherosclerose is? En dat we het dan maar niet meer hoeven te onderzoeken? Bij een CORE-training diversiteit wordt de vraag gesteld of als iemand een bepaalde religie aanhangt, we dan een voorstel voor een goede behandeling achterhouden, omdat we aannemen dat dat niet geaccepteerd gaat worden? Of stellen we het toch voor en laten we de keuze aan hen?Nu denken jullie vast: leuk verhaal, lekker lang ook, maar wat moeten we hiermee? Mijn conclusie daarom is een oproep aan alle lezers die arts zijn of willen worden. Stereotypen kunnen helpen een keuze te maken tussen verschillende medicijnen, of een richting geven in het stellen van een diagnose. Kijk er echter heel erg mee uit. Want de geneeskunde is niet als het Amerikaanse rechtssysteem “Innocent until proven guilty.” Luister eerst naar het verhaal en kijk wat alle mogelijke diagnoses zijn, voordat je statistische kansen op een ziekte gaat toepassen. En kijk samen met de patiënt wat voor hen/haar/hem het beste beleid is. Jullie toekomstige patiënten zullen (levend, en) jullie eeuwig dankbaar zijn.

Misschien ook interessant!