De wonderlijke wereld der illusies

Ons brein leeft in het verleden. Het kan de snelle technologische veranderingen niet meer bijhouden en evolutionair leeft het nog in het tijdperk van de jagers en verzamelaars. Gelukkig kan het brein zich redelijk goed aanpassen, waardoor dat niet zo’n probleem is. Maar soms weten we ons brein te bedriegen en maken we onmogelijkheden. Eigenlijk zijn het fouten van het brein, maar het brein noemt ze illusies.

Illusies versus hallucinaties

Om te beginnen wil ik eerst de elephant in the room bespreken: Het verschil tussen een illusie en een hallucinatie vanuit een medisch perspectief. De term illusie die wordt gebruikt in de goocheltrucjes waar de rest van dit artikel over gaat, is eigenlijk nog best vergelijkbaar met het medisch psychiatrisch concept. Een illusie is een verkeerde interpretatie van een werkelijke waarneming. Die moet ook door anderen kunnen worden waargenomen. Bijvoorbeeld wanneer je denkt dat je een slang in het bos ziet, terwijl het bij nadere inspectie gewoon een kronkelende tak blijkt te zijn. Of dat je ‘s nachts wakker wordt, en de schaduw van je berg kleding op de bureaustoel lijkt op een monster dat je komt opeten. Iedereen heeft zulke illusies wel eens meegemaakt. Ze zijn vaak gebaseerd op een vorm van angst of verminderd bewustzijn. Bijvoorbeeld wanneer je als de dood bent voor slangen, of je net wakker bent geworden uit een diepe slaap. Dit staat in tegenstelling tot hallucinaties. Hierbij is er sprake van een waarneming door een individu, maar deze is niet waar te nemen voor anderen. Er is dus geen verkeerde interpretatie, want de waarneming komt niet uit de omgeving, maar van het individu zelf. Hallucinaties zijn daarom een psychiatrisch verschijnsel: er is sprake van een stoornis in de waarneming. Voor alle zintuigen bestaan wel hallucinaties: visueel, auditief, olfactorisch, gustatorisch of somatisch. Bijvoorbeeld iemand die spinnen voelt lopen op zijn nek, of die een overleden persoon in de kamer ziet zitten of iemand die stemmen in zijn hoofd hoort. Voor nu zal ik het enkel bij illusies houden.

Verschillende soorten illusies

Onmogelijkheden

De Penrose trap is een klassieke illusie, populair gemaakt door onder andere M.C. Escher en de film Inception. Wanneer je de trappen tegen de klok in neemt, lijkt het alsof je alsmaar omhoog zal lopen. Het is duidelijk dat dit onmogelijk is, maar waarom precies is niet zo snel duidelijk. De truc hier is perspectief. In werkelijkheid is de trap een spiraal. Door op precies de goede hoek deze af te beelden, sluiten het begin en einde van de spiraal aan elkaar en lijkt het alsof het een continue loop is. Als dat je niet duidelijk is (en geloof me, het kostte mij ook lang voordat ik het door had), raad ik aan om het volgende filmpje te bekijken voor een visuele uitleg. 

Dezelfde truc heet forced perspective en wordt in vele optische illusies gebruikt om onmogelijkheden te creeëren, zoals de onmogelijke kubus en de Penrose driehoek. Behalve leuke plaatjes waar je je hoofd over kan breken, wordt deze techniek ook in architectuur gebruikt. De onderstaande trappen lijken langer door te lopen dan de werkelijkheid, doordat de treden smaller worden hoe hoger ze zijn. Ons brein is gewend dat dingen die verder weg zijn, kleiner zijn. Door dingen zelf kleiner te maken, lijkt het alsof de afstand tussen de waarnemer en het object vele malen groter is dan de werkelijkheid. Forced perspective is ook een geliefde truc van amateur fotograven om te doen alsof ze de maan vast pakken, of leunen tegen de toren van Pisa. 

Nabeeld

Een andere, meer medisch gerelateerde illusie is een nabeeld. Staar bijvoorbeeld eens 30 seconden naar de onderstaande afbeelding en daarna naar een witte achtergrond. Plotseling zullen de roze cirkels geel/groen worden. 

Dit fenomeen ontstaat in de kegels van de retina. Door constante blootstelling aan een bepaalde kleur, krijg je een negatieve kleur te zien wanneer je daarna naar witte kleur kijkt. Blauw wordt geel, rood wordt licht-blauw, groen wordt roze, enzovoort. Hoe komt dat? De kegeltjes in je retina zijn onder te scheiden in M-, S-, en L-kegels. Deze verschillende kegels zijn meer gevoelig voor bepaalde kleuren, zoals in de onderstaande grafiek te zien is. Wanneer je veel van een bepaalde kleur ziet, worden de kegels in je retina gedesensitiseert, doordat moleculen in de kegels door het licht van vorm veranderen. Wanneer je daarna naar een witte achtergrond kijkt, vuren alle kegels evenveel (wit bevat uiteraard álle kleuren), maar doordat je net een bepaalde soort kegels hebt gedesensitiseert, vuren deze minder. Hierdoor ervaar je een kleur dat eigenlijk de witte kleur is, minus de kleur die je eerst zag. En dit leidt dan tot de negatieve nabeelden.

Troxler Effect en de blinde vlek.

Een vergelijkbare illusie is het Troxler Effect. Staar naar het zwarte kruis in het midden van de onderstaande afbeelding. Doe je best om niet van dat punt af te wijken. Je zult zien dat langzaam de afbeelding begint te vervagen, totdat je enkel nog het zwarte kruis kan zien.

Vergelijkbaar met de vorige illusie, heeft dit fenomeen alles te maken met je retina. Wanneer je naar bovenstaande afbeelding kijkt, worden je kegels overbelast en worden minder sensitief voor het bepaalde licht dat je oog binnen schiet. Je gaat de kleuren slechter zien. Je brein gebruikt dan de omringende informatie om de signalen in te vullen die de retina niet meer doorgeeft. Langzaam verwisseld je brein de kleuren met de neutrale achtergrond, en verdwijnt het beeld. Dit heet filling-in. 

Dit is een normaal proces van ons lichaam. Waarom merken we hier normaal dan niets van? Onze ogen maken stiekem constant kleine, maar snelle bewegingen, genaamd saccades. Misschien merkte je dat het moeilijk was om naar het zwarte kruis te staren, omdat je zicht steeds vanzelf wegsprong. Dit doen je ogen omdat we daarmee nooit te veel van dezelfde visuele prikkels geven aan onze kegels en staven, waardoor we in normale omstandigheden nooit filling-in meemaken. 

Nou, dat is niet helemaal waar. Er is namelijk altijd een deel van je zicht waar je nooit informatie van krijgt: het licht dat je blinde vlek raakt. Deze plek is gevuld met bloedvaten en zenuwen en hebben geen kegels of staafjes om visuele informatie door te geven. Wij merken hier normaal niets van, juist door filling-in. Je brein gebruikt de informatie om je blinde vlek heen en vult daarmee dat deel van je zicht voor je in. Een voorbeeld. Bedek je rechteroog en kijk naar het kruis in de eerste onderstaande afbeelding. Als je de goede afstand van je scherm hebt, zal de zwarte cirkel verdwijnen: je brein ziet de witte achtergrond en vult het – foutief – voor je in. Bedek voor de tweede afbeelding je linkeroog. Bij de derde afbeelding zal je zien dat je brein de zwarte lijn pakt als informatie, en aanneemt dat deze doorloopt ter plaatse van je blinde vlek. Het rode kruis verdwijnt en wordt ingewisseld voor een zwarte lijn. 

Kijk naar het kruis en bedek je rechteroog

Kijk naar het kruis en bedek je linkeroog
Kijk naar het kruis en bedek je linkeroog

Ik denk dat ik voor nu wel genoeg heb gepraat. Ik hoop dat je hebt genoten van de illusies en misschien zelfs wat hebt geleerd. Er zijn nog veel meer breinbrekende illusies die ik nu niet heb besproken, dus houd zeker deze website in de gaten voor een deel 2 van dit artikel.

Bedankt voor het lezen.

Misschien ook interessant!