Tips die je (misschien) niet uit een CORE boek haalt

florisTijdens je bachelor geneeskunde word je met enige regelmaat geconfronteerd met het fenomeen simulatiepatiënten. Voor de een peulenschil, voor de ander een regelrechte nachtmerrie. Door middel van interactieve trainingen, voorbereidingsadviezen en goed bedoeld advies van je CORE-docent word je klaargestoomd voor je praktijkcontacten. Desalniettemin zal je vaak genoeg ondervinden dat je tijdens een gesprek er plompverloren bij zit omdat je geen flauw benul hebt hoe je moet reageren op wat zojuist gezegd is door de SP (dat staat overigens voor simulatiepatiënt, niet voor de politieke partij) of op een bepaalde situatie die is ontstaan. Dit kan meestal komen door 3 oorzaken: 1.) je bent zelf (sociaal) incapabel 2.) SP’s kunnen soms venijnig uit de hoek komen en soms ook onterecht 3.) Er zijn gewoon te veel variabelen in het spel waardoor je soms even niet meteen kan reageren. Het maakt op zich niet heel veel uit met welke je geconfronteerd wordt, want je zult jezelf eruit moeten lullen. Hier wat tips van iemand die zogenaamd klaar dient te zijn voor zijn coschappen:

    1. Begin het idee te omarmen dat letterlijk iedereens advies subjectief is en je niet elke tip hoeft te gebruiken als dit niet voor jou werkt.
      • Natuurlijk is het wel zo verstandig om het advies van je docent ter harte te nemen, maar ook zij zijn slechts mensen die doen wat hun het beste lijkt. Een daadwerkelijke goede CORE-docent zal ook toegeven dat zijn/haar visie slechts een van velen is en dat het aan jezelf is om uit te vogelen wat voor jou en je patiënten werkt.
    2. Je empathie moet matchen met je persoonlijkheid.
      • Ongetwijfeld zal je bekend zijn met het concept dat een goede arts empathisch is. Hoezeer deze eigenschap ook gewaardeerd wordt door patiënten, het moet wel gemeende empathie zijn. Patiënten pikken het namelijk vrij snel op als gevoelsreflecties niet gemeend zijn en dat is misschien nog wel erger dan te zakelijk zijn. Conclusie: geef alleen een gevoelsreflectie als je hem zelf ook voelt.
    3. Vat tussendoor samen
      • Wellicht heb je deze al eens van een docent gehoord maar alsnog staat hij op dit lijstje. Naast dat het voor de patiënt prettig is dat hij je verhaal kan volgen, is het vooral voor jezelf heel fijn omdat je er zo achter komt wat er nog mist in je verhaal. Want wat je eigenlijk aan het doen bent is een soort mini-overdracht maken voor de arts en zo kun je bij jezelf vragen “zou ik zelf genoegen nemen met deze informatie?”
    4. Het maakt niet zo veel uit wanneer je het doet, maar leg bij het lichamelijk onderzoek uit aan de patiënt wat je gaat doen
      • Het lijkt heel logisch en vanzelfsprekend maar het wordt ontzettend weinig gedaan. Ook door artsen. Je hoeft hier nog geen minuut voor uit te trekken. Stel je wilt het hart onderzoeken: het enige wat je hoeft te vertellen na de ontkleedinstructies is dat je even gaat kijken, luisteren en voelen naar het hart. En daarna kondig je het even aan voordat je met een handeling begint (bijvoorbeeld: dan ga ik nu even voelen naar de longgrenzen). Zo voorkom je dat de patiënt schichtig wordt als je hem/haar onverwacht aanraakt. Bonustip: bespreek de bevindingen van het l.o. pas als de patiënt weer aangekleed bij je aan tafel zit.
    5. THE BIG FIVE met VITAMINE CD
      • Dit puike trucje leer je waarschijnlijk pas in het cluster abdomen in jaar 3, maar het is ontzettend handig voor differentiaaldiagnoses. De big five staan voor:
        1. Allergieën
        2. Intoxicaties (roken, alcohol, drugs)
        3. Medicatiegebruik
        4. Medische voorgeschiedenis (ziektes, operaties etc.)
        5. Familieanamnese
        6. (sociale anamnese)
      • VITAMINE CD staan voor verschillende oorzaken die een bepaalde klacht met zich meebrengt.
        • Vasculair
        • Infectieus/inflammatoir
        • Traumata
        • Auto-immuun
        • Metabool
        • Iatrogeen/idiopathisch
        • Neoplasmata
        • Endocrien
        • Congenitaal
        • Degeneratief
      • Het vitamine CD trucje is meer achteraf voor jezelf om te achterhalen waar een oorzaak vandaan komt maar kan je ook zeker helpen in je consult.